Wannes Van de Velde - Dublin Bay


Dublin Bay
Veul jare geleje ik was oep den dool
Vele jaren geleden ik was op de dool
et kon me ni schille waarenne
het kon me niet schelen waarheen
zen ek oep nen avend den boêt oep gestapt
ben ik op een avond de boot op gestapt
in Fishgard da' zulde wel kenne
in Fishgard dat zal je wel kennen
en ure dorna in de störmige nacht
en uren daarna in de stormachtige nacht
zen de kuste van Ierland verschene
zijn de kusten van Ierland verschenen
en tung zen ek daar zonder dóel of gedacht
en toen ben ik daar zonder doel of gedachte
langs Dublin z'n baai gon flanere
langs Dublin's baai gaan flaneren
Refrein:
En ik ging deur de nacht langs Dublin Bay
En ik ging door de nacht langs Dublin Bay
over 't zaend langs de raend van Old Erin
over het zand langs de rand van Old Erin
tot et grijs van den dag mah verwelkomd ee
tot het grijs van de dag mij verwelkomd heeft
on the shores of Dublin Bay
on the shores of Dublin Bay
Ik oêrde de golven un smiêkende stem
Ik hoorde de golven hun smekende stem
ik weet ni wa da' ze vertelde
ik weet niet wat ze vertelde
mor ik voelden et knagen in maerg en biên
maar ik voelde het knagen in merg en been
van demone die engele kwelle
van demonen die engelen kwellen
de wind jóeg me varder langs afgronde tijd
de wind joeg me verder langs afgronden tijd
tot da 'k on een dörp zen gekome
tot ik aan een dorp ben gekomen
et sliep wor et licht van de vuurtore scheen
het sliep waar het licht van de vuurtoren scheen
tot diep in de mensen un droême
tot diep in de mensen hun dromen
(refrein)
(refrein)
En dan kwam de morgend onwennig en traag
En dan kwam de ochtend onwennig en traag
de kaai en et water betaste
de kade en het water betasten
en ginge de vissers in gele ??kabaan
en gingen de vissers in gele cape
nor un boête meh koppige maste
naar hun boten met koppige masten
ik zen dor nog laenk oep den dijk blijve staan
ik ben daar nog lang op de dijk blijven staan
verzoenken in witte gedachte
verzonken in witte gedachten
en ik eb daar beseft da' de doêd ni besta
en ik heb daar beseft dat de dood niet bestaat
en ik oêrde de miêwe die lachte
en ik hoorde de meeuwen die lachten
en tung scheen de zon over Dublin Bay
en toen scheen de zon over Dublin Bay
oep et grung en et grijs van Old Erin
op het groen en het grijs van Old Erin
en ik eb mij gedwiê in eur aerme gelee
en ik heb mij gedwee in haar armen gelegd
on the shores of Dublin Bay mi boys
on the shores of Dublin Bay mi boys
on the shores of Dublin Bay
on the shores of Dublin Bay
Kabaan is zeker just: dat is een lange cape.
Volgens mij ook grijs ipv gras. Hij spreekt grijs nogal kort uit, zoals in het refrein: tot et grijs van den dag.
Afgrondetijd? ik hoor: afgronde dijk, een dijk langs afgronden, dus.
Groetjes.
In refrein:
ik hoor: mah verwelkomd ê (van het werkwoord emme...)
strofe 2: langs afgrongde tijd (= iel veul tijd...)
kabaan is OK
oep et grung en et grijs van Old Erin